Bacterien
 
Bacterien zijn 0,3-10 micrometer grote eencellige organismen. Ze bezitten een kern met DNA van waaruit de hele cel gestuurd wordt. Bacterien kunnen kogel-, staaf-, cylinder- of spiraalvormig zijn. We kennen twee vormen van Bacterien. De eerste vorm, de specifieke of obligate vispathogene Bacterien, zijn Bacterien die altijd voor ziekte zorgen.De tweede vorm, de facultatieve vispathogene Bacterien, zorgen alleen voor een infectie indien de milieu omstandigheden slecht zijn of indien het immuunsysteem sterk verzwakt is. 


 
Bacteriele infecties kan men aantonen met behulp van microscopisch en bacteriologisch onderzoek. Daarvoor neemt men een monster uit de huid met behulp van een swab. Deze swab wordt uitgeënt op een entplaat. Deze entplaat bevat een voedingsbodem, waardoor de Bacterien zich gaan vermenigvuldigen.Vervolgens wordt de entplaat in een stoof geplaatst om de Bacterien te gaan kweken. Een dag later wordt beoordeeld of er groei optreedt en of er verontreiniging is. Indien deze cultuur rein is, dan gaat men een antibiogram bepalen. Hierbij maakt men gebruik van een aantal watten die gedrenkt zijn in een antibioticum. Op de plaats waar veel antibioticum aanwezig is zal de Bacteriengroei geremd cq. volledig afgebroken worden. Hierdoor ontstaat er een doorzichtige zone. Hoe groter die zone des te effectiever is het antibioticum. De uitslag van het onderzoek wordt naar de dierenarts doorgegeven, die dan bepaald welk antibioticum gebruikt kan worden.
 
Behandeling:
Bacteriele infecties worden behandeld met antibioticum. Voer deze behandelingen nooit zelf uit maar raadpleeg een deskundige betreffende het gebruik van het juiste antibioticum. In principe hoort voor de juiste behandeling met antibiotica eerst een bacteriologisch onderzoek en een gevoeligheidsbepaling (antibiogram) te worden uitgevoerd. 
 
Dit onderzoek is vrij kostbaar, maar het grote voordeel hiervan is wel dat men weet om welke bacterie het gaat en voor welke medicijnen hij immuun is. Onder resistentie wordt verstaan dat een organisme ongevoelig is voor een bepaald middel. Uit een Duits onderzoek is naar voren gekomen dat koud water siervissen de grootste frequentie van resistentie kennen. De Koi neemt bij deze soorten momenteel de tweede plaats in achter de sluierstaartgoudvis. Bij de behandeling van Bacteriele problemen moet ook altijd worden gelet op de milieuomstandigheden. Ook dient men zich ervan bewust te zijn dat transport van vissen veel stress geeft en het immuunsysteem verzwakt is. 
Stop er dus niet meteen allerlei antibiotica in maar breng eerst de rust terug.
 
Bepaalde bacteriestammen die veel bij de Koi voorkomen:
Obligaat (specifieke ziekteverwekkers)
 
Aeromonas salmonicida sp. (furunkulose)
Deze bacterie veroorzaakt de bekende gatenziekte. Gatenziekte is het symptoom en kan ook gezien worden bij andere infecties zoals parasieten, virussen en vergiftigingen. Behalve gatenziekte kan men ook nog buikwaterzucht zien.
 
Mycobacterium sp. (vistuberculose) 
Uitwendig geen bijzonderheden, inwendig witte plekken op de organen. Yopi (jonge mensen, bejaarden, patiënten met een verzwakt immuunsysteem) moeten hiervoor oppassen!
 
Flexibacter columnaris (vinrot, bekrot, kieuwrot) 
Zweren, roodheid, erosies, necrose van de huid, kieuwnecrose, geel muceus materiaal op de huid of kieuw. Deze Bacterien kan men met de microscoop herkennen vanaf 100 keer vergroting. Men ziet dan wuivende haren langs de rand van het slijm, (duingras in de wind)
 
Flavobacterium
Deze lijkt op flexibacter, hij kan ook voor kieuwrot zorgen, alleen zijn deze staafjes vrij onbeweeglijk. Men kan ze in het preparaat in de waterstroming langs zien zwemmen.
 
Edwardsiella: tarda kent verschillende vormen, dus verschillende symptomen. Let op dit is een zoönose (een ziekte die over kan gaan van dier naar mens).
 
Facultatief (Altijd aanwezig en alleen onder bepaalde omstandigheden gevaarlijk)
 
Aeromonas hydrophila (gatenziekte) rode plekken op de huid, huidzweren, lusteloze vissen, uitpuilende ogen, gezwollen buik (peritonitis)
 
Aeromonas sobria (gatenziekte)
 
Pseudomonas sp. {gatenziekte) zweren, vinrot, vaak bij lagere temperaturen.
 
Tot slot: Bedenk dat het voor komen van Bacteriele infecties vaak gepaard gaat met een slechte waterkwaliteit, zorg dus altijd voor een zeer goede waterkwaliteit en voorkom op deze wijze problemen.
 
Zone’s in uw vijver of het filter waar het water stil staat (dode zone’s) zijn broedplaatsen voor Bacterien tracht deze dode zone’s dus te voorkomen.